vrijdag 26 februari 2010

Enkele taalslordigheden

Naar aanleiding van een onderzoek van het Meertens Instituut over taalverloedering gaf ik als een heuse "taal-i-ban" een korte mening op enkele taalfouten. Sommige zijn eerder slordigheden veroorzaakt door verwarring of efficiëntie die zich een plaats in de taal wurmen, terwijl andere al oud zijn en diep geworteld in het dialect.
"Hij heb/Hun hebben": Behoort tot dialect in Nederland en is aldus gelieerd aan het Nederlands Nederlands (de Nederlandse versie van de standaardtaal). Het mag best gebruikt worden op humoristische, ironische, anekdotische of sarcastische wijze, b.v. in een toneelstuk, column, of email. Het is ook aanvaardbaar in vooral autochtoon dialectgebruik (Johan Cruijff mag zeggen wat-ie wil, hij blijft een god in Nederland en in de voetbalwereld), waar het overigens vandaan komt. Het kan verder gebruikt worden in de media (radio, TV, kranten,...) door een geïnterviewde of als citaat. Maar het hoort niet in het onderwijs, waar we de generatie van morgen taal aanleren.
"Het meisje die": Woorden hebben, integenstelling tot het alomtegenwoordige Engels, nog steeds een geslacht in het Nederlands. En al voelen velen bij veel woorden misschien het geslacht niet meer aan (zowel in Vlaanderen als Nederland, maar toch erger in Nederland), bij "meisje" lijkt het mij toch wel duidelijk. Op -je is diminutief dus altijd onzijdig, al ligt de verwarring met vrouwelijk voor de hand. Er zijn nog zo'n twijfelgevallen, b.v. bij woorden die iets kleins uitdrukken (kind is in principe onzijdig), of bij vrouwelijke of mannelijke diersoorten (b.v. mannetjeskat is in principe vrouwelijk).
"Een hele mooie auto": Wijst strikt gesproken op een hele auto die ook nog eens mooi is (maar dus niet héél mooi is, wat toch de mening van de spreker was). Nog afgezien van wat het alternatief moet zijn (een halve of een stukje auto?), is het slordig taalgebruik. Foutief gebruik van de eind-e bij de verbuiging van adjectieven hoor ik veel bij allochtonen. Al is het voorbeeld hierboven wel algemeen voorkomend, en het kan eventueel ook door de beugel in informele en gesproken situaties, b.v. om overdrijving op te wekken. Het is evengoed Vlaams als Nederlands.
"Het boek wat ik geschreven heb": Is een verschrikking. Ik hoor het bijna uitsluitend in Nederland, en lijkt mij dus dialect gelieerd aan Nederlands Nederlands. Ook allochtonen hoor ik het daar gebruiken (b.v. Surinamers, die al Nederlands spreken, wonen immers eerder in Nederland dan in België). Het gaat zelfs nog verder dan ter vervanging van "dat": ik hoor b.v. ook "de krant wat ik lees". "Wat" wint terrein op allerlei fronten en lijkt een soort universeel betrekkelijk voornaamwoord te worden, in Nederland althans.
"De vrouw waarvan": Dit is een slordigheid, zowel in Vlaanderen als Nederland, die geen eer aandoet aan de persoon over wie (niet: waarover!) het gaat. Want "waarvan", "waarover" enz verwijzen naar dingen of dieren (behalve misschien dieren waaraan/aan wie men gehecht is -- en paarden, zo bezweren paardenliefhebbers). In dialect kan het wel, maar moeten we de jeugd nu taal en taalgevoel bijbrengen of niet?
(foto: web-log.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog