Het leek een mengeling van jeugdige naïviteit, totalitaire overmoedigheid en hautaine minachting, waarmee de zoon van Khadaffi, wijdbeens achteruitgezakt op een sofa, kwam vertellen dat het om olie ging, dat het een "mickey mouse"-opstand was, dat er "no mercy" zou zijn. Het was duidelijk dat hij wist waarover hij sprak. Vanaf zijn geboorte was hij opgeleid om, net zoals zijn vader, als potentaat of clanhoofd te heersen over het Libische volk, in een land van zand met bedoeïenenstammen en met vooral veel olie eronder.
Olie is in feite een vieze smurrie waar men tot diep in de 18de eeuw vooral zijn neus voor ophaalde. In de antieke tijd gebruikte men al lampolie voor hun olielampen, maar van de "carnotcyclus" ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Carnot-proces ) of van "chemische energie" ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Chemische_energie ) wist men toen nog niets af. Olie werd pas belangrijk tijdens de Industriële Revolutie, en is pas sinds de oliecirsis van 1973 het Zwarte Goud geworden. Vooral het Westen is eraan verslaaft en heeft er een continue honger naar. Die olie zorgt er ook voor dat Libië anders is dan Tunesië of Egypte. Wat dat betreft valt te vrezen dat het meer op Congo lijkt, dat ook enorme rijkdommen onder de grond heeft.
Maar dus vooral die houding en reactie waren erover. Een brug te ver. Het is volgens mij de trigger, de spreekwoordelijke druppel geweest voor de westerse democratieën om in te grijpen. Het was al duidelijk dat Khadaffi zelf niet kon aanblijven nadat hij had bevolen om op zijn eigen volk schieten, onder andere door buitenlandse huurlingen die daar naar verwachting minder problemen mee zouden hebben dan het eigen leger. Of zijn familie of clan nog een toekomst had in het Libië van morgen, was nog onduidelijk gebleven. Maar nu niet meer. Het vooruitzicht op nog eens een generatie met een onberekenbare Grote Leider net ten zuiden van de Middellandse Zee die zich bovendien zo liet kennen, maakte het in feite makkelijker om te beslissen.
De internationale gemeenschap had eerder al geageerd. In een uitzonderlijk snelle reactie werden immers de verantwoordelijken van het regime voor de misdaden in Libië naar het Internationaal Strafhof (International Criminal Court of ICC) in Den Haag doorverwezen. En in een resolutie van de VN Veiligheidsraad werd het Libische regime gesommeerd om onmiddellijk de strijd te staken. Zelfs Rusland en China, gewoonlijk erg terughoudend als het om zogezegde "interne aangelegenheden" gaat, onthielden zich. Het Libische regime legde zich daar in woord bij neer, maar deed in daad gewoon voort. De ene stad na de andere langsheen de kust van Tripoli naar Benghazi werd gebombardeerd, heroverd, en de opstandelingen eruit verdreven. Benghazi, het bolwerk van de opstand, was het doel.Het was niet 5 maar 1 voor 12. Als Benghazi viel, zou het gedaan geweest zijn met de opstand. Vooral Frankrijk pushte hard voor actie, en had als enige de Nationale Raad al erkend. Je kan van Sarkozy veel zeggen, maar in dit geval was hij geen hypocriet die zijn handen in onschuld waste. Hij stak moedig zijn nek uit, en wist dat hij daarmee kwetsbaar was in de internationale gemeenschap, maar ook omwille van olievoorziening en chantage wegens eerdere contacten met het Libische regime. Hij stuurde zijn straaljagers naar Libië om de opstand te redden, het was een kwestie van maar 1 of 2 dagen. Dat hij de primeur opeiste, is begrijpelijk -- zeker voor de ijdele en trotse Fransman met het fotomodel naast zich.
Dan ging ook Obama overstag. Bewerkt door zijn diplomaten en vooral door Clinton, ongetwijfeld herinneringen heeft aan de vreselijkheden in de Balkan halfweg de jaren '90. Maat het was allesbehalve vanzelfsprekend voor een man die de Nobelprijs voor de Vrede ontving maar tegelijk in verschillende oorlogen verwikkeld is. Uiteindelijk wonnen de bekommernis om het lot van de Libische burgers, de veiligheid van de regio, en het precedent voor de wereld het van zijn begrijpelijke terughoudendheid.
Daarmee was een interessante maar wat ongewone as geboren. Want Frankrijk en de US zijn in allerlei aspecten elkaars antipoden. Frankrijk is zowat alles wat Engeland en de US niet zijn, en de US is een verlengstuk (of een verbeterde versie) van Engeland. De laatste paar 10-tallen jaren was de invloed van de Franse taal verminderd (ook als diplomatieke taal) en ook de politieke invloed op het wereldtoneel gezakt, maar onder Sarkozy en met een sterke Frans-Duitse as gaat Frankrijk weer in stijgende lijn. De US daarentegen waren na de Sovjet-implosie de enige hypermacht in de wereld geworden, maar botsten in Irak en Afghanistan op hun grenzen, en er zijn de opkomende supermachten als China en de andere BRIC-landen.
Er volgde snel actie want de interventiemacht was paraat. Vooral dan de NATO, en vooral dan de US daarin. Er wordt ingegrepen en de no-fly zone wordt toegepast. De US willen van de leiding echter zo snel mogelijk afgeven aan een ander land of aan een gemeenschappelijk commando. Militaire en ook politieke coördinatie is noodzakelijk maar is nog niet afgesproken. Het is cruciaal dat de acties niet alleen breed door het Westen maar ook door de Arabische Liga gesteund worden.
Hiermee wordt bewezen dat het Westen en ook de internationale gemeenschap wel degelijk leren en lessen trekken uit het verleden. Traag maar zeker (maar zeker traag). Zowel culturele als politieke als militaire geschiedenis bewijzen hier dat ze nuttig en noodzakelijk zijn. Het Westen wilde geen nieuw Iran(1979)/Irak(1991) met anti-westers regime, en ook geen nieuw Hongarije(1956)/Tienanmen(1989) (met een neergeslagen opstand die rekende op steun van uit het Westen maar tevergeefs, en ook geen nieuw Joegoslavië(1993) met een bloedbad onder de burgerbevolking, en ook geen nieuw Vietnam(1975)/Afghanistan(vandaag) met een guerilla-oorlog die niet kan gewonnen worden. En ook van daarvoor hadden we al veel geleerd. Bijvoorbeeld, de Slag van Solferino leerde ons dat we allen broeders zijn en gewonden moeten helpen. De 1ste wereldoorlog leerde ons dat er een Volkerenbond nodig was, en dat te grote herstelbetaling de kiemen vormen van een volgend conflict. De 2de wereldoorlog leerde dat we onszelf kunnen annihileren, en dat we geen genocide kunnen tolereren.
Hiermee wordt bewezen dat het Westen en ook de internationale gemeenschap wel degelijk leren en lessen trekken uit het verleden. Traag maar zeker (maar zeker traag). Zowel culturele als politieke als militaire geschiedenis bewijzen hier dat ze nuttig en noodzakelijk zijn. Het Westen wilde geen nieuw Iran(1979)/Irak(1991) met anti-westers regime, en ook geen nieuw Hongarije(1956)/Tienanmen(1989) (met een neergeslagen opstand die rekende op steun van uit het Westen maar tevergeefs, en ook geen nieuw Joegoslavië(1993) met een bloedbad onder de burgerbevolking, en ook geen nieuw Vietnam(1975)/Afghanistan(vandaag) met een guerilla-oorlog die niet kan gewonnen worden. En ook van daarvoor hadden we al veel geleerd. Bijvoorbeeld, de Slag van Solferino leerde ons dat we allen broeders zijn en gewonden moeten helpen. De 1ste wereldoorlog leerde ons dat er een Volkerenbond nodig was, en dat te grote herstelbetaling de kiemen vormen van een volgend conflict. De 2de wereldoorlog leerde dat we onszelf kunnen annihileren, en dat we geen genocide kunnen tolereren.
En de Khadaffi's? They're history, en de historici zullen over hen oordelen. Niet alleen de historici van de overwinnaars (want dat hebben we ook geleerd). Zij zullen oordelen over het parcours, de opportunistische wendingen, het chantagemiddel van de olie, het ware gelaat van het regime.
(foto: radio86.com)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten