woensdag 8 juli 2009

Keuze van vliegtuigklasse

Zowat alle maatschappijen ter wereld hebben altijd klassen en standen gekend. Het is alsof wij mensen niet kunnen samenleven zonder. Er zijn in de geschiedenis wel een aantal pogingen geweest om een klassenloze maatschappij op te zetten (denk maar aan het communisme, de provo-beweging, Christiania, enz), en het ene sociaal experiment was al langduriger en succesvoller dan het andere. Afgezien van het succes of falen op andere gebieden (economie, welvaart, mensenrechten,...) werd al snel duidelijk dat een klassenloze maatschappij een even grote utopie was als de windmolens van Don Quichote. Dus werden ook in die sociale experimenten weer klassen ingevoerd, zij het niet altijd formeel of onder die noemer.
In publieke voorzieningen bestonden ook klassen die de mensen scheidden op allerlei verschillende gronden. Er zijn de in mijn overtuiging niet acceptabele scheiding van mensen op basis van dingen als huidskleur (b.v. apartheid in Zuid-Afrika), ras (b.v. joden in nazi-Duitsland), religie (b.v. niet-moslims in Saudi-Arabië) en geslacht (b.v. geen stemrecht voor vrouwen). Maar afgezien daarvan zijn er tegenwoordig nog veel meer klassen: op de trein zijn er leren of pluche banken, op schepen en cruises verschillende dekken en met of zonder uitzicht, in hotels luxekamers en royal suites. En misschien meer dan waar ook zijn er klassen in vliegtuigen. Maar dit zijn scheidingen van mensen op economische grond, in de marketing doorgaans "segmentering" genoemd. En dat is goed, want het geeft mensen precies méér keuzemogelijkheden en niet minder. Elke klasse heeft een andere dienstverlening en een andere prijs, en ieder bepaalt zelf en vrij wat voor hem de beste optie is. Het is net als een nieuwe auto of TV kopen: luxe ("high end"), middenklasse, of goedkoop ("low end"). Je krijgt doorgaans meer voor meer geld, en sommigen gaan voor de extra opties terwijl andere het basisproduct verkiezen.
Nu terug naar de vliegtuigen. Bij de opkomst van de burgerluchtvaart ontstonden er al snel 3 verschillende klassen: "first class", "business class", en "economy class". Dat leek en bleek ook lange tijd voldoende. Het verschafte keuze aan de mensen, en de mensen konden zelf kiezen te midden van welke klasse ze wensten te vertoeven. Maar met de vrijmaking van de markt en de komst van nieuwe luchtvaartmaatschappijen onstond de nood aan mogelijkheden om zich te onderscheiden op de markt. Een oplossing was een gevoelige uitbreiding van de segmentering, en dus een veelheid van klassen (zie voor een overzichtje http://en.wikipedia.org/wiki/Travel_class). En daarbij hoorde een veel meer dynamische bepaling van de prijs die voor een klasse betaald moest worden, onder andere in functie van het tijdstip (vroegboeking, last-minute) of verkoper (packaged tour, reisbureau, internet). Steeds vroegen de marketeers zich hierbij af hoeveel geld mensen willen betalen voor een bepaald niveau van comfort. De grenzen werden afgetast. Er werd geëxperimenteerd met meer of minder service, catering of flexibiliteit, met cadeautjes, airmiles en discounts, en met betalen voor extra services. Het bracht weliswaar verwarring in het aanbod, maar de keuze werd veel groter. En de verdienste hiervan lag bij vliegmaatschappijen als People Express, Virgin Express en andere Ryanairs.
Maar er gebeurden ook minder fraaie dingen bij het opzoeken van de grenzen. Hoe ver kon je immers gaan naar beneden toe? Er is wel degelijk een minimum waaronder nog weinig mensen bereid zijn mee te vliegen: als de (perceptie van) veiligheid in het gedrang komt, als er steeds uren gewacht moet worden op een vliegtuig dat misschien niet komt wegens reparatie, als de beenruimte te krap wordt (Ryanair denkt overigens na over staanplaatsen met stastoeltjes in hun vliegtuigen!). Zulk minimum is functie van de wensen, levensstandaard en fysieke toestand van groepen mensen, en dus ook afhankelijk van land tot land. Daarom zijn er op bepaalde routes andere klassen dan op andere routes, b.v. korte vluchten zonder catering, transatlantische vluchten met meer beenruimte, dichter opeengepakte stoelenrijen voor kleinere Japanners dan grotere Europeanen. Daarbij wordt vaak smalend gesproken over "air sandwich" of "beestenbak"-klasse.
Maar laten we niet vergeten dat al deze keuzemogelijkheden een zegen zijn, en dat het aan ons is om te kiezen tot welke stand wij wensen te behoren -- tegen welke prijs.
(foto: vivacances.fr)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog