donderdag 17 september 2009

Hoofddoek of geen hoofddoek?

Sinds enkele jaren mogen zogenaamde uiterlijk religieuze tekenen niet meer op franse overheidsscholen. Dan recent ook niet meer in een Antwerps atheneum, en nu na een klacht plots ook niet meer in alle Gemeenschapsscholen in Vlaanderen. Dus ook geen kruisje of symbolen van andere godsdiensten (buiten de eventuele godsdienstles, naar het schijnt).
Het heeft een heftige discussie losgeweekt, in de media maar ook op café. En daarbij wordt met veel principes in het rond gezwaaid. En er zijn nogal wat principes waar we rekening mee kunnen of moeten houden. Om te beginnen houden we in de westerse wereld aan de Verlichting en de Franse Revolutie van 1789 (deels gebaseerd op de Amerikaanse Vrijheidsverklaring, op zijn beurt gebaseerd op ideeën van de engelse filosoof John Locke) houden we bij voorbeeld waarden of principes als vrijheid, gelijkheid en broederschap over. De Vlaamse Beweging houdt dan weer volgende waarden hoog in het vaandel: vrede, vrijheid en verdraagzaamheid (na een "hertaling" van de oorspronkelijke verzuchtingen van de Vlaamse Frontsoldaten in de Groote Oorlog: nooit meer oorlog, zelfbestuur, godsvrede). Meer recent in 2006 zijn er volgens de Vlaamse overheid 5 fundamentele waarden te verdedigen: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, respect, en burgerschap. En de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948 is zowat de belangrijkste en meest omvattende (zie: http://nl.wikipedia.org/wiki/Universele_verklaring_van_de_rechten_van_de_mens).
Verder zijn er nog tal van principes, waarden en rechten vastgelegd in allerlei verdragen en verklaringen, zoals integriteit van de menselijke persoon, behoud van culturele identiteit, recht op een veilige leefomgeving, ontvoogding/emancipatie, wederkerigheid van rechten, gewetensvrijheid, rechten van het kind, enz.
Maar die principes/waarden/rechten conflicteren vaak, en dan moet er beslist worden welk principe prevaleert. Dat bij voorbeeld vrijheid en veiligheid niet onbeperkt samengaan, bleek bij de aanslagen van 9/11. Ook de invulling en reikwijdte van principes moet worden bepaald. Kan bij voorbeeld bij controle op de luchthavens het zover gaan dat in naam van veiligheid met X-ray-apparaten silhouetten onder kleren moeten worden bekeken? Daar ligt de moeilijkheid.
Over de invulling en volgorde van al deze waarden is al menig discussie gevoerd en menig boek volgeschreven. De interpretatie en implementatie ervan hangt immers af van de situatie, cultuur of ideologische opvatting. Naar analogie en uitbreiding op Jean-Jacques Rousseau's idee over vrijheid ben ik van mening dat de individuele vrijheid niet vérder mag gaan dan waar andermans vrijheid méér wordt geschaad dan de schade door deze beperking.
Als we deze principes nu proberen toe te passen op de discussie rond het hoofddoekenverbod, welke waarden spelen dan een rol? En welke waarden gaan voor andere waarden? Hieronder een niet-exhaustief lijstje van argumenten pro en contra dat ik uitfilterde uit media en gesprekken (sommige argumenten groepeer ik tot 1 argument, vooraan tussen haakjes geef ik aan om welk fundamenteel principe het gaat):

Pro hoofddoekenverbod:
- (integriteit / emancipatie) een kind moet beschermd worden tegen religieus fanatisme van thuis uit; een kind moet de vrijheid hebben om GEEN hoofddoek te dragen; een kind moet beschermd worden tegen psychologische en fysieke druk van gezins- of familieleden betreffende de "eer van de familie", tegen de "macho-cultuur" van moslimmannen; ondanks (godsdienst)vrijheid en tolerantie moeten sommige kantjes van godsdienstige tradities verdwijnen (denk aan besnijdenissen, weigeren van inentingen, vrouwen niet naar school,...)
- (integriteit) een kind moet beschermd worden tegen religieus fanatisme van de overheid uit; scheiding van religie en onderwijs, in feite scheiding van kerk en staat
- (vrijheid / behoud van culturele identiteit) de vrijheid van anderen die de hoofddoek moeten dulden mag niet geschaad worden
- (behoud van culturele identiteit / respect) de aloude en oorspronkelijke cultuur van een land moet gekoesterd worden en mag niet op naïeve overrompeld worden door een andere cultuur; het westen mag niet uit naïeve openheid en vrijheid de "oorlog der culturen" verliezen met de islam; als we niet opletten, zullen op termijn door de "democratie" andere wetten bij ons ingang vinden als immigranten zich niet aanpassen
- (veiligheid) een hoofddoek laat slechts toe een deel van het hoofd of het aangezicht te zien; een westers (winters) kledingstuk als een overtrekmuts is voor volwassenen ook "not done" meer vandaag; men moet gelaat zien om mensen te herkennen en te identificeren bij voorbeeld door camera's op publieke plaatsen
- (wederkerigheid) westerlingen mogen in islamitische landen ook niet in westerse kleren rondlopen; wij willen wel open zijn maar mogen niet naïef zijn

Contra hoofddoekenverbod:
- (vrijheid / respect / tolerantie) vrijheid om kleding (pet, haarband, broek, hoofddoek,...) van zijn keuze te dragen; het westen wil open en vrij en tolerant zijn; oudere vrouwen lopen ook met (niet-godsdienstige) hoofddoeken op straat
- (godsdienstvrijheid / behoud van culturele identiteit / respect / tolerantie) vrijheid om religieuze tekenen (kruisje, keppel, hoofddoek,...) van zijn keuze te dragen
- (behoud van culturele identiteit) de westerse perceptie is dat moslimmeisjes worden onderdrukt door de macho-cultuur van moslimmannen, maar een verbod zal het probleem vooral verplaatsten (bij voorbeeld naar de lengte van de rok) om de culturele identiteit te proberen behouden; dit is meer een practisch bezwaar hoe een verbod afdwingbaar zou moeten worden gemaakt
- (vrijheid) onder het mom van veiligheid worden de vrijheden veel te ver ingeperkt (bij voorbeeld al die camera's in het straatbeeld, allerlei controles op luchthavens en uitwisseling van privé-gegevens)
- (wederkerigheid) het is niet omdat andere culturen westerse uitingen en vrijheid verboden of beknot zijn, dat wij in de westerse wereld dezelfde fout moeten maken, in het bijzonder omdat in de westerse cultuur waarden als vrijheid, rechten van het kind, respect voor anderen precies hoog aangeschreven staan

Getalswijs zowat hetzelfde aantal argumenten. Maar sommige waarden verschijnen zowel aan pro- als contra-zijde. En niet alle argumenten hierboven zijn even belangrijk. Tenslotte ben ik in het algemeen tegen verboden en voor de vrijheid van de mens. Maar meest nog van al zijn er de practische moeilijkheden om zo'n verbod te implementeren. Het lijkt simpel: de overheid of inrichtende macht declaren een verbod of zetten het in hun schoolreglementen. Maar als een hoofddoek niet mag, kan dan wel een haarband in de vorm van een driehoek die het haar (zoals mijn dochter 's zomers op heeft naar school tegen de zon en om haar haar bijeen te houden zoals met een diadeem)? En als een boerka niet kan, kan dan wel andere traditionele klederdracht als een sari of poncho of zwart-wit geruite sjaal ("arafatsjalleke" zoals een goeie vriend van mij het noemt)? En mogen (in de winter) andere hoofdbedekkingen als een overtrekmuts ("bandietenmuts"), een peruviaanse muts (met oorflapjes en koordjes), of een gekke skipots met toeters en bellen? Wat met een baseballpet, een klassieke "klak", een ouderwetse hoed, of een keppel? Of om het anders te formuleren: wanneer beginnen we te discuteren over de maximale bedekkingsgraad van het aangezicht? Sinterklazen met mijter en lange baard zijn bij deze alvast gewaarschuwd! Natuurlijk, die kúnnen zich desgevraagd wel identificeren door baard (áls die vals is) en mijter af te doen. Maar dat is precies wat boerka-dragers (of moet ik beter zeggen, -draagsters) bij veiligheidscontroles juist níet in het openbaar willen of mogen doen, zij het door geloof of echtgenoot. En een wijkagent of rijkswachter die een mobiele of opplooibare klaadkamer meeheeft, moet ik nog eerst zien.
Over vroeger gesproken, toen moesten in de klas (en overal wanneer men binnenkwam) de petten af. Dat was welvoeglijk, beleefd, de gewoonte van toen. Gewoontes veranderen, en als men tegenwoordig al iets op het hoofd heeft dan blijft dat binnen ook vaak op. Een school- of ander reglement mag bepalen wat mag en niet mag, als het maar duidelijk (open geschreven reglement voor iedereen toegankelijk), logisch (er is een reden, begrijpelijk voor iedereen), consistent (eerlijk voor iedereen) is.
Op school gaat het ook niet alleen over kleding of hoofdbedekkingen, maar bij voorbeeld ook over boekentassen (vierkante boekentas, of rugzak, heuptas of draagzak geworden -- waarom geen duffelbag?), haarsnit en -lengte (voor jongens was het in de jaren '70 van "zoveel centimeter maximaal" tot het eerste gemillimeterde kopje binnenkwam), juwelen en sieraden (van "helemaal niet" tot "niet in de turnles").
Een eenduidig antwoord op de vraag in de titel is er dus niet, en het is voor een westerse maatschappij een verscheurende keuze. Maar een conclusie zou kunnen zijn dat een hoofddoekenverbod de minst slechte oplossing is: tolerantie en vrijheid (fundamentele waarden van het westen) worden beknot ten voordele van persoonlijke integriteit en veiligheid.
(foto: inoverheid.nl)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog