De Taalunie bestaat 30 jaar. En voor de gelegenheid is er een feestelijk logo ontworpen en een passend motto bedacht: "Nederlands, wereldtaal!" Hoezo, wereldtaal?
De algemeen secretaris van de Taalunie verduidelijkt dat er 22 miljoen sprekers van het Nederlands en dat het Nederlands daarmee op de 45ste plaats staat; dat Nederlands op gebied van internet en taal- en spraaktechnologie tot de invloedrijkste talen ter wereld behoort; dat Nederlandse literatuur mits vertalingen overal ter wereld wordt gelezen; dat het "Woordenboek der Nederlandsche Taal" (WNT) het grootste woordenboek ter wereld is; en dat ongeveer 15000 buitenlandse studenten Nederlands studeren aan bijna 200 universiteiten in zo'n 40 landen over de hele wereld.
Dat is inderdaad niet niks. Ook al moet ik even vermelden dat "gebruikers" wel niet hetzelfde is als "moedertaalsprekers", en dat ik op Ethnologue lees dat er 21,7 miljoen sprekers van het Nederlands zijn in 12 landen en het Nederlands daarmee de 42ste plaats bezet -- veeleer een middelgrote taal dan een wereldtaal. Verder klopt het dat taalonderzoek van het Nederlands op een hoog peil staat, en dat Nederlands op internet een belangrijke plaats inneemt. Op de hoofdpagina van de veelbezochte vrije online-encyclopedie Wikipedia staan rondom het wereldbol-logo de talen waarin de meeste artikels zijn geschreven. In volgorde van aantal artikels: Engels 3200000+, Duits 1028000+, Frans 915000+, Pools 676000+, Italiaans 660000+, Chinees 655000+, Nederlands 588000+, Spaans 565000+, Portugees 545000+, Russisch 500000+. Dit geeft enige indicatie dat Nederlands dan toch een wereldtaal zou zijn, hoewel deze cijfers natuurlijk ook gecorreleerd zijn aan de penetratie van computers en internet bij de betreffende taalgroepen.
Ook staat op Wikipedia te lezen: "Het Nederlands wordt soms de 'kleinste wereldtaal' genoemd, wellicht niet zozeer vanwege het aantal sprekers maar omdat het Nederlands in historisch opzicht bepaalde rollen van een wereldtaal heeft vervuld". Een rijtje somt alfabetisch op: Arabisch, Chinees, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Japans, Nederlands, Portugees, Russisch, Spaans, Turks.
We kunnen er inderdaad niet omheen dat vooral Nederland in de 17de eeuw een belangrijke wereldmacht was in de wereld van toen. Het begin van de Gouden Eeuw van de Noordelijke Nederlanden werd gekenmerkt door een instroom van immigranten (onder andere uit de Zuidelijke Nederlanden, vooral na de Val van Antwerpen in 1585), en de kennis, koopmansgeest en ervaring die zij meebrachten. Door de Nederlandse kolonies en handelsposten van de VOC en WIC raakten Nederlandse woorden en uitdrukkingen verspreid in andere talen. Er werd letterlijk op alle continenten Nederlands gesproken. Taalvarianten, dialecten of restanten daarvan zijn te vinden in Suriname (Surinaams Nederlands, dat sinds enkele jaren "officieel" Nederlands als 3de "poot" naast Nederlands Nederlands en Belgisch Nederlands), Guyana (Bernice, Skepi), Nederlandse Antillen (waar nederland officiële taal is naast Papiaments), Noord-Frankrijk (Frans-Vlaams ofwel "Vlemsch"), Duitsland (door de Hanze en het taalcontinuum), Sri Lanka (Ceylon Dutch), Indonesië (Petjoh, Javindo), Verenigde Staten (Jersey Dutch, Mohawk Dutch, Negro Dutch), Zuid-Afrika (Afrikaans, een "echte" taal). Met de kolonie Nieuw-Nederland had het weinig gescheeld of de officiële taal van de VS was Nederlands geweest -- met 1(!) stem verschil werd er na de onafhankelijkheid voor het Engels gekozen, en dat was vooral omdat het Nederlands toen al 100 jaar op zijn terugweg was en te verbrokkeld geraakt.
Vlaanderen was daarvoor, vooral in de 14de eeuw, het centrum van Europa (en dus van de toenmalige wereld) geworden door de bloei van lakennijverheid en (kunst)ambachten. Het internationale geldverkeer en de beurs ontstond er, deels door contacten met bankiers uit Genua, Venetië en Firenze. Handelscontacten zorgden ook voor taalkundige contacten, en vooral het Engels nam toen Nederlandse, of beter gezegd Vlaamse, woorden en uitdrukkingen over.
Daarenboven werd door de eeuwen heen het Nederlands vanuit Vlaanderen én Nederland ook bevorderd via wetenschappen en medicijnen, kunsten en ambachten, geografie en boekdrukkunst, internationaal recht en staatskunde, scheepsbouwkunde en zeilkennis, handel- en bedrijfskunde, protestantisme en tolerantie. Vele woorden, uitdrukkingen en vakjargon zijn vanuit het Nederlands uitgeleend aan andere talen. Zomaar enkele voorbeelden zijn vakjargon uit de lakenhandel in het Engels, en zeil- en scheepstermen in het Zweeds en Russisch -- Peter de Grote himself kwam toentertijd een aantal maanden in Nederland incognito leren hoe je schepen bouwde.
Verder las ik een aantal jaren geleden (in De Standaard der Letteren) over een berekeningsmethode om de belangrijkheid van een taal te bepalen. Daarbij werd rekening gehouden zowel met het aantal sprekers van die taal (zij het als vreemde taal of als regionale bindtaal/lingua franca) als met het aantal sprekers van die taal als moedertaal (vernacular/mother tongue). De formule was:
Belang van een taal T = (Aantal moedertaalsprekers van taal T/Aantal talige mensen) x (Aantal vreemdetaalsprekers van T/Aantal mensen die 1 of meer vreemde talen beheersen)
Dit product van deze 2 factoren is uiteraard altijd kleiner dan 1. Maar hoe groter het resultaat, hoe belangrijker die taal. Engels kwam op de eerste plaats met 0,342 terwijl Nederlands uitkwam op slechts 0,008 of zoiets, herinner ik mij nog. Dit is maar 1 bepaalde manier van kwantificeren. Er kunnen ingewikkelder formules bedacht worden, met coëfficiënten of wegingen of meer parameters.
Maar uiteindelijk blijft de vraag: wat is nu een "wereldtaal"?
Een taal die door veel mensen gesproken wordt? Of die voor vele mensen de moedertaal is? Of die veel aangeleerd wordt als 2de of volgende vreemde taal of regionale bindtaal? Of die belangrijk is voor politiek, economie en maatschappij op wereldschaal?
Overigens kan een taal kan ook vroeger een wereldtaal geweest zijn voor de toenmalige "wereld" maar dat nu niet meer zijn in de huidige wereld (b.v. Latijn en Grieks in de Antieke Wereld, maar waarschijnlijk ook Egyptisch, Koptisch of Sanskriet). Talen komen op of zijn op hun retour, raken in de vergetelheid of sterven uit. Wie niet ziet dat voor het Chinees een grote toekomst is weggelegd in de toekomst, is blind. Chinezen worden rijker en zullen meer buiten hun land treden en meespelen op wereldschaal. En zo ook hun taal. Niet toevallig geeft de Chinese overheid haar persconferenties sinds enkele jaren uitsluitend in het Chinees.
De slotsom is bijgevolg dat een definitie van wereldtaal niet precies bestaat. We blijven zitten met een aantal criteria en lijstjes op basis van parameters. Waar trekken we de streep tussen wereldtaal en gewone taal? Als een taal op al die lijstjes ergens bovenaan uitkomt, zal het wel een wereldtaal zijn.
Deze discussie over wat een "wereldtaal" is, lijkt ook wat op de discussie over wat een "taal" is -- het verschil tussen taal en dialect, dus. Ook daar zijn een aantal criteria waaraan een taal zoveel mogelijk moet voldoen, en worden we in praktijk verplicht om we een streep trekken tussen talen en dialecten. "Een taal is een dialect met een leger", is daarbij te simplistisch maar wel vaak de realiteit. Vraag maar aan Friezen, Zeeuwen, West-Vlamingen of Limburgers. Maar dat is een ander verhaal.
(foto: eurolingua.nl)
De Nederlandse taal heeft eigenlijk de boot gemist en had alles in zich om een net zo belangrijke wereldtaal te worden als bijvoorbeeld Engels, Frans of Spaans. Ik denk dat vooral onze rivaliteit met Engeland ons uiteindelijk de kop gekost heeft. Ook de opdeling tussen de Verenigde Nederlanden en de Spaanse Zuidelijke Nederlanden heeft onze taal geen goed gedaan. En je kunt ook stellen dat naar het Oosten toe het (Hoog)Duits in de 16e en 17e eeuw steeds belangrijker werd terwijl daarvoor in Noord-Duitsland en het Oostzeegebied Nederlands vaak de voertaal was, ook al omdat de Noordduitse dialekten van oorsprong veel dichter bij het Nederlands (of Nederduitsch) staan dan het Hoogduits.
BeantwoordenVerwijderen