Men kan dit niet enkel verwijten aan een jongere generatie politici die ongeduldige leerling-tovenaars zouden zijn, niet compromisbereid als hun oudere collega's. Het gaat daarentegen om geloofwaardigheid van het politieke bestel, respect voor de rechtstaat en de grondwet (inclusief het grondwettelijk hof), en intellectuele eerlijkheid tegenover de burgers in het land. Electorale motieven ook maar die spelen altijd en overal mee in politiek (alleen moeten ze niet al te open en bloot aan de oppervlakte komen). En een andere, zo mogelijk nog belangrijkere oorzaak: persoonlijke contacten en netwerken spelen een belangrijke rol bij het bereiken van compromissen. Maar door de splitsing van onze universiteiten in 1968 is er een generatie politici gegroeid die nu de macht erft maar geen of weinig contacten met de "andere kant" heeft.
Wat nu is gebeurd, is de kroniek van een aangekondigde dood. Men wist immers dat men vroeg of laat tot dit punt zou komen. Dat het nu op een zeer ongelegen moment komt (economische crisis, voorzitterschap van de EU) is jammerlijk toeval. "Alea iacta est" twitterde Q gisteren. Het is gebeurd, er is een nieuw politiek feit. Meer nog, er is een nieuwe mind set. Het argument "beter een korte pijn" heeft nu geleid tot een shocktherapie in de hoofden van de politieke elite.
Zou "het" dan toch gebeuren? Het is een Belgische geplogenheid en ongeschreven regel dat de meerderheid (de Vlamingen) zijn wil niet zou opleggen aan de minderheid (de Walen). Al is het een basisprincipe in elke democratie dat de wens van de meerderheid gevolgd wordt. Maar hier gaat het om 2 bevolkingsgroepen, waarlangs de scheidslijn loopt. Het gevolg is dat de facto in België de minderheid (de Walen) zijn wil oplegt aan de meerderheid (de Vlamingen). Of dát dan democratisch is? Ik vind persoonlijk dat een meerderheid in principe moet kunnen gebruikt worden, ook als die de grens van de bevolkingsgroepen volgt. Dit gebeurt overigens met regelmaat in omgekeerde zin (meerderheid Walen tegen minderheid Vlamingen) in de gemeenteraden van onder meer Linkebeek en Kraainem. Over de partijgrenzen heen. En waarbij de Vlaamse raadsladen dan gewoonlijk opstappen uit protest. Als het in de ene richting mag, moet het in de andere richting ook mogen.
Deze problematiek gaat over het fundamentele probleem van evenredige vertegenwoordiging in een gemeenschap met kleine en grote groepen. Daar zijn al allerhande oplossingen voor bedacht, zoals blokkeringsminderheden of beschermingsgaranties voor de minderheden of alarmbelprocedures. Waarbij dan vaak het gevaar van impasse opduikt (in een softwareprogramma heet dat "deadlock"). De eerlijkste oplossing is overigens niet een evenredige vertegenwoordiging, maar daarentegen een vertegenwoordiging pro rata van de vierkantswortel van de grootte van de groepen, zoals professor Penrose voorstelde ( http://en.wikipedia.org/wiki/Penrose_method ). Maar wel met toepassing van de principes van de democratie, verwoord door professor Barents als: 1) de meerderheid beslist, 2) de meerderheid toont respect voor de minderheid of minderheden, en 3) de minderheid gehoorzaamt of de minderheden gehoorzamen de beslissing van de meerderheid ( http://arno.unimaas.nl/show.cgi?fid=12088 ).
Wat er ook van zij, een democratische meerderheid mag niet misbruikt worden, en ook niet als drukkingsmiddel of stok achter de deur dienen bij onderhandelingen. Zij moet met terughoudendheid toegepast worden en er moet respect zijn voor andere opinies. De voorkeur moet dus uitgaan naar een compromis: men moet trachten met goede wil in een eerlijke poging om tot een onderhandelde oplossing te komen die aanvaardbaar en eerbaar is voor alle groepen. Als dat dan echter, ondanks vele pogingen, niet blijkt te lukken, moet er echter wel eens een beslissing genomen worden. En dan moet de minderheid de beslissing aanvaarden. Anders barst de bom, het alternatief is dat de democratie ophoudt, en er ofwel een verscheurende burgeroorlog van komt (denk: vechtscheiding), ofwel een vreedzame boedelscheiding (denk: echtscheiding in onderlinge toestemming), ofwel (meest waarschijnlijk) iets tussenin met nog jarenlang discussie en juridisch getouwtrek om geld en goed (denk: pestscheiding).
De hele historie van B-H-V, en de farce die ervan gemaakt wordt (bijvoorbeeld met een hakbijl splitsen), doet me onwillekeurig denken aan Lambik, die in het Suske&Wiske-album "De Sprietatoom" een atoom (dat lijkt op een erwt) splitst met een mes. Zo simpel zou het zijn, 5 minuten politieke moed. Al zeg je beter nooit "nooit" in de politiek. Er kunnen nog konijnen uit de hoed komen, er kunnen bochten gemaakt worden.
Maar als de splitsing dan toch gebeurt, is het dan gedaan met "den belgiek"? Valt België dan als een rijpe (rotte?) vrucht uit de boom? Nee, zo simpel is het niet, want dan wachten allerlei politieke maneuvers. En wat dan? Vlaanderen onafhankelijk? We leven nu al, dankzij de rondes in de staatshervorming van de laatste 20 jaar, in een sterk gefederaliseerd land waarbinnen de deelstaten een grote bestuurlijke en financiële autonomie hebben. Dat lijkt een beetje op de grote autonomie die het graafschap Vlaanderen lang geleden al genoot als vazalstaat onder de Franse kroon. Sindsdien zijn er in Vlaanderen, vóór België werd gevormd, in de loop der eeuwen Spanjaarden, Oostenrijkers en Hollanders geweest. En onder geen van hen was de autonomie zo groot als nu. Vlaanderen heeft zelfs een verdragsrecht en buitenlandse vertegenwoordigers. Er zijn natuurlijk geen leger, ambassadeurs en vertegenwoordigers bij internationale instellingen, of andere privileges die voorbehouden zijn aan een natiestaat. En daar komen we bij de kern van de zaak. Natiestaten zijn grotendeels opgekomen sinds het begin van de 19de eeuw, en die spelen vandaag de centrale rol in internationale betrekkingen. Daarvoor was er een onoverzichtelijke chaos van keizerrijken en koninkrijkjes, prins- en hertogdommen, graafschappen en prinsbisdommen, enz. Met de regelmaat van een klok bevochten die elkaar, sloten vredes- en handelsverdragen, gaven privileges en tolrechten, enz. Er waren vazalstaten en protectoraten, soevereine en suzereine heersers. Daarnaast waren er meer lokaal bestuursniveau's als heerlijkheden en baronieën, en natuurlijk stads- of dorpsbestuur.
Maar hoeveel bestuursniveau's zijn er eigenlijk nodig? In de tijd van Napoleon en na de Franse Revolutie werd het hele bestuurlijke model in onze contreien omgegooid. Er kwamen bijvoorbeeld provincies, arrondissementen en kantons. Allemaal niveau's die in die tijd -- met de mobiliteits- en communicatiemogelijkheden van toen -- noodzakelijk werden geacht. Zo was de grootte van een "département" (nu: provincie in Vlaanderen) zodanig dat een functionaris te paard in 1 dag van de verste uithoek tot bij de min of meer centraal gekozen hoofdzetel kon rijden. Dat argument is natuurlijk allang achterhaald. Het zijn, met andere woorden, relicten uit het verleden zijn die beter kunnen afgeschaft worden. En de bevoegdheden die ze nog hebben, overgedragen naar of verdeeld over het lokale of nationale niveau.
Want -- terug in onze tijd -- een 3-tal bestuursniveau's lijkt ideaal: een lokaal niveau (gemeenteraad, college van burgemeester en schepenen), een nationaal niveau (kamer en senaat, regering), en een globaal niveau (wereldraad, wereldregering, http://plato.stanford.edu/entries/world-government/ ). Het lokale niveau is dan idealiter dat van een hecht samenlevende leefgemeenschap (dorp, stad, community) dat moet zorgen voor lokale aangelegenheden. Het nationaal niveau hoort overeen te komen met een groep met een eigen identiteit, taal en cultuur (volk), die verantwoordelijk zijn voor alles wat die groep aangaat, en het lokale overstijgt. Het globaal niveau is dan de samenwerking tussen de volkeren, en heeft de taak om alle groepen vreedzaam samen te laten leven (wereldbevolking). op elk van die 3 niveau's is de structuur dezelfde (de namen zijn daarbij niet zo belangrijk): enerzijds een verkozen raad die de bevolking democratisch vertegenwoordigt en de principes aanreikt (wetten stemt), en anderszijds een uit die raad samengesteld bestuur dat de besluiten uitvoert (wetten toepast). En daarnaast op elk niveau een rechterlijke macht die erover waakt dat de uitvoering overeenkomstig de wetten is. De gewone Trias Politica, dus.
Zo ver zijn we echter (nog lang) niet, en het is utopisch om dat te willen. Ten eerste, er is geen wereldregering, enkel de VN en een aantal al dan niet transparante bijeenkomsten als G8, G20, EU-top, Bilderberg, Trilateral Commission, Davos, Skull and Bones etc, waar standpunten uitgelegd en beslissingen genomen worden. Ook op volksnationaal niveau zitten we ver van ideaal. De natiestaten hebben zich zo stevig gevestigd dat daar amper nog aan geroerd wordt (en dat is maar goed ook want anders krijgen we waarschijnlijk weer allerlei oorlogen). De huidige oplossing is hier dat identiteit, taal en cultuur van minderheden beschermd dient te worden. Enkel op het lokale niveau is het bestuur grofweg georganiseerd zoals in het ideale model.
In Vlaanderen hebben we intussen een hele weg, met hoge hoogtes (o.a. Guldensporenslag, de Lakennijverheid in de 14de eeuw, de Vlaamse Primitieven en Polyfonisten, de Bourgondische tijd, de Renaissance, de Vlaamse Beweging) en diepe laagtes (o.a. Franse overheersing, Spaanse overheersing en Alva, de Val van Antwerpen, de Vlaamse onderdrukking in een verfranste staat, de Groote Oorlog en het IJzerfront, WWII en de Repressie), afgelegd. Zo zijn we uitgekomen bij de huidige situatie van Vlaanderen in het begin van de 21ste eeuw. Als we even de kantons, arrondissementen en provincies vergeten (die dus beter verdwijnen, al trap ik daarmee waarschijnlijk op sommige lange tenen), hebben we lokale besturen met lokale bevoegdheid, een Vlaamse overheid met heel wat reële staatkundige bevoegdheden heeft bemachtigd, een redelijk ver uitgeholde Belgische natiestaat, een sterker wordende Europese Unie (met EU Commissie en EU Ministerraden) die onrechtstreeks heel veel bepaalt, en een zwakke maar toch belangrijke Verenigde Naties (inclusief een hele rist supranationale organisaties die stuk voor stuk belangrijk werk verrichten). Even ter vergelijking: in de VS heb je het lokale bestuur, county (dat woord is verwant met kanton maar in werkelijkheid is het een beetje als een arrondissement), state, het federale niveau, en ook de VN.
Maar om terug te komen bij het begin: Vlaanderen is niet onafhankelijk. Maar dat is ook niet zo erg. Want hoe moeilijk de huidige politieke situatie ook is, Vlaanderen (en België) zitten volgens allerlei indices (neem bijvoorbeeld http://en.wikipedia.org/wiki/Human_Development_Index of http://internationalliving.com/2010/02/quality-of-life-2010/ ) in de wereldtop qua levenstandaard en levenskwaliteit. En ondanks de talloze oorlogen en roerige tijden die we hier ooit gekend hebben, is er al nu 65 jaar geen oorlog meer gehad op ons grondgebied -- waarschijnlijk in onze geschiedenis nooit eerder gebeurd. Om die redenen alleen al, mogen we content zijn. Het had Vlaanderen en de Vlamingen zeker slechter kunnen vergaan in de loop der tijden.
(foto: religionresearch.org)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten