maandag 20 september 2010

Lichamelijke omgangstaal

Met het grote schandaal in de Kerk is de lichamelijke omgangstaal weer een levensgrote kwestie geworden. Voor ouders en opvoeders (kleuterleiders, leraars, coaches en trainers in sportverenigingen, jeugdwerking, scouts- en gidsenbegeleiders, voogden, stiefouders, ouders in nieuw samengestelde gezinnen en zelfs biologische ouders) maar ook voor begeleiders en verzorgers (begeleiders, verpleegkundigen, psychiaters, psychologen, welzijnswerkers, geestelijken). Wat mag nog en wat mag niet meer post-Dutroux en vooral nu post-Van Gheluwe?
Kan iemand op schoot nemen? Iemand omarmen of omhelzen? Een amicabele klets op het achterwerk? Een arm op iemands schouder leggen, uithuilen bij iemand, je hand op een zwangere buik leggen? Oogcontact maken? Mag je de neuzen dichtbij elkaar brengen, of moet je een bepaalde afstand bewaren?
Het gaat hier niet om de extreme situaties, maar om de brede grijze zone er tussenin. Want wat de een bedoelt, komt niet altijd zo over bij de ander, en een derde kan er nog een andere mening over hebben. Bovendien zijn er soms grote verschillen in verschillende milieus en verschillende culturen. In bepaalde rangen en standen (die bestaan zeker nog!) is men meer gereserveerd en minder losjes dan in andere milieus. En in het zuiden van Europa is men over het algemeen wat warmer en lichamelijker van aard dan in culturen meer uit het noorden van Europa. Of neem de angelsaksische gewoonte van een flinke hug, terwijl men een kus op de kaak meer intiem is en voorbehouden voor echte vrienden of naaste familie.
Maar men moet niet overdrijven. Noch naar de ene, noch naar de andere kant. Mensen in het algemeen, maar vooral kinderen, hebben veel liefde en lichamelijkheid nodig. Dat ligt nog altijd in de aard van het beestje. Als dat van de maatschappij niet meer zou mogen, dan komen er grotere gevaren van opgroeiende mensen die geen geborgenheid kennen of weinig lichamelijke vaardigheden hebben ontwikkeld. Als echter misbruik wordt gemaakt van de onschuld en naïviteit van een opgroeiend kind, is ook kwaad geschied. Latere psychologische en problemen met lichamelijkheid kunnen dan vaak het gevolg zijn.
De gulden middenweg bewandelen, is daaarom het beste. En als er al iets te ver gegaan wordt volgens iemand, dan kan het nu tenminste meegedeeld worden -- het taboe is immers doorbroken -- waardoor de ander gewaarschuwd of een mogelijk misverstand opgehelderd kan worden.
(foto: behaviourmanagement.org)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog