vrijdag 8 oktober 2010

Nieuwe gevestigde orde in Vlaanderen?

Op 13 juni kende de N-VA een historische doorbraak in Vlaanderen. Ze waren de overwinnaars van de verkiezingen en "incontournable" (een woord waar een vroegere franstalige baas mij ooit een goed Nederlands equivalents voor vroeg) geworden, tot vrees van de franstalige partijen.
Is dit nu een eenmalige stunt, en zal deze partij in de toekomst inzakken als een opgeblazen soufflé? Of wordt zij een nieuwe brede vlaamse volkspartij?
De N-VA is ontstaan en opgestaan uit de ruïnes van de VU, als wettelijke opvolger. Na een flinke opdoffer in 2003, waarbij Geert Bourgeois moederziel alleen voor de partij zetelde op de achterste banken van het parlement, reed de N-VA een onwaarschijnlijk parcours. Eerst speelden ze mee met de grote jongens dankzij een kartel met het grote CD&V, de partij met wie zij toch de meeste affiniteit had, gezien de partijprogramma's. Na de mislukte onderhandelingen van 2007 en erna, trokken zij zich terug uit de federale regering en het kartel. De grote broer deed verder met de onderhandelingen en met regeren. Uit staatsmanschap, naïviteit, intectuelle eerlijkheid of uit therapeutische hardnekkigheid, maakt niet uit. Het duurde te lang en bleek achteraf een slechte gok te zijn. Evenzo voor de toen onverzettelijke franstalige partijen die "demandeur de rien" waren. "Madame Non" werd legendarisch, maar misschien juist door die houding en het uitblijven van noodzakelijke veranderingen, behaalde de N-VA een spectaculaire en historische overwinning. De verdiensten van N-VA niet te na gesproken, moet zij, achteraf bekeken, de franstalige partijen misschien wel dankbaar zijn voor de geboden steun in dit hele verhaal? Want er is té lang gewacht met nodige veranderingen en met een staatshervorming, en daardoor is de sfeer verder gepolariseerd.
Het probleem was in Vlaanderen al jaren latent aanwezig. Vele vlamingen voelden al zo'n 10 à 15 jaar geleden aan dat het zo niet verder kon, en stemden als protest (niet uit overtuiging) op het toenmalige Vlaams Blok. Eerst in Antwerpen ("de rest is parking", toch?) maar daarna ook in andere delen van Vlaanderen. Anderen dierven niet of voelde zich niet lekker bij sommige scherpe kanten van die partij (standpunt over immigratie en islam bijvoorbeeld) en stemden dan maar op CD&V of VLD, naargelang hun secundaire voorkeuren (christelijk of ondernemer). Daartussen gaapte een kloof, waar men geen steunpunt vond. Een partij die opkwam voor noodzakelijke veranderingen, met een vlaamse reflex, voorts christelijk of humanistisch van inslag, en centrum à centrum-rechts van aard. De zieltogende VU had geen duidelijk lijn en was intern verdeeld. Maar tegen de verkiezingen van 2007 was N-VA al volop aan de heropbouw bezig en werd door CD&V overtuigd om samen de grootste partij te worden. In ruil voor een vlaamsere koers, en met het premierschap voor CD&V. Ook de nieuwe partij LDD vulde het gat mee op en behaalde succes.
Wat er sinds 2007 gebeurde, is (nu al) geschiedenis. De regering struikelde over de draad van de stekker die de jonge "leerlingtovenaar" De Croo uit de onderhandelingen had getrokken. Nu ik erover denk, die stekker verschilt nauwelijks van de stekker die De Wever deze week uit de onderhandelingen trok. Ook toen drong de tijd, ook toen zat er geen beweging meer in de zaak.
In elk geval, bij de laatste verkiezingen zoog N-VA hopen stemmen weg bij CD&V, VLD, Vlaams Belang, en LDD. Deze laatste werd bijna geannihileerd, een beetje zoals N-VA zelf in 2003.
Om terug te komen op de toekomst: de N-VA moest uiteraard mee het heft in handen nemen. Nota bene met haar grootst mogelijke antipode, de PS. Er volgden allerlei methoden uit het arsenaal, gaande van een herenakkoord, vertrouwelijke gesprekken met 2 partijen, met 7 partijen, met vlaamse en franstalige partijen apart. Er waren een pre-informateur, onderhandelaars en bemiddelaars. Een dikke 100 dagen later "staan we nergens", schrijven de kranten of hoor ik op Terzake zeggen. Maar je kan het ook anders bekijken: we zijn nog nooit zó ver geraakt, er ligt meer op tafel dan ooit. Dat zeggen franstaligen met koudwatervrees en die al ver buiten hun comfortzone zitten, en vlaamsgezinde minimalisten in koor. Maar de vlaamsgezinde maximalisten, en daar hoort de Stratego-groep bij, vinden dat absoluut onvoldoende en onverkoopbaar bij hun achterban. Om het even eenvoudig kwantitatief voor te stellen: als het ene extreem zou zijn het einde van België (met dus Vlaamse onafhankelijkheid) =100 (op een schaal van 100) en het andere extreem zou zijn het status quo (er verandert juist niks) =0, dan situeer ik de verschillende partijprogramma's en voorstellen als volgt (deze cijfers weerspiegelen misschien niet toevallig ongeveer de percentages waarover op het laatste sprake was voor overheveling van de personenbelasting!):
100     N-VA
-
-
-
-
-
-
-
-
-
50     hier wou N-VA als compromis ergens "landen" in oktober 2010
-
-
35     CD&V
-
25     SP.a/groen! in 2010
20     compromisvoorstel Di Rupo in oktober 2010
-
10     "borrelnootjes" in 2007
5     franstalige partijen in 2007 (wensten ook enige aanpassingen in hun voordeel)
0     status quo
Terwijl men natuurlijk kan discuteren over de hoogtes van de posities, en ook over de 1-dimensionaliteit van de representatie, kunnen we uit deze eenvoudige voorstelling toch enige zaken deduceren.
Bijvoorbeeld is het duidelijk dat het programma van de N-VA "mijlenver" verwijderd ligt en blijft liggen van dat van de andere partijen. Maar N-VA vertegenwoordigt wel de meeste kiezers in Vlaanderen, en verwoordt dus daarmee ook de wensen van zovele Vlamingen. Het gevolg is ook dat als N-VA al de helft van haar programma overboord gooit (50% opgeven is in verhouding al een erg zwaar compromis), ze nog niet in het cirkeltje met de andere partijen zit. Bij normale Belgische onderhandelingen hoort pasmunt voor toegevingen op bepaalde punten. Maar N-VA weet waar ze wil "landen" (ergens in het midden tussen haar programma en status quo) en de weg er naartoe is niet zo belangrijk ("realpolitik") maar er is geen pasmunt meer over. In feite zou ideaal-wiskundig gezien het compromis niet meer moeten zijn dan het met de verkiezingsuitslag gewogen gemiddelde van de posities van de verschillende partijen. Maar ons systeem is niet ideaal, en enkel de aan de onderhandelingen deelnemende partijen tellen mee. Maar ook dan is zonneklaar dat N-VA op deze manier nooit arriveert waar ze wil uitkomen. Waarom hoor ik dan allerlei verklaringen dat "de N-VA altijd maar meer wil", of dat "De Wever geen akkoord kan of wil sluiten"?
Het is duidelijk: de tijd werkte niet langer in het voordeel van N-VA. Indien zij niet verstrikt wilde raken in een onderhandelingsfuik met afgebakende perimeter en blijvende twijfel over de omvang van eigen middelen in de nieuwe financieringswet, op een eindpositie ver weg van haar programmastandpunt, dan had zij geen andere keus om zich nu terug te trekken uit dit verhaal. Tabula rasa, dus.
Maar een nutteloze oefening is het allerminst geweest. Men is verder gegaan dan ooit, taboes zijn doorbroken, mindsets zijn veranderd. In dit nieuwe speelveld moet er nu opnieuw naar een oplossing gezocht worden. Voorstellen en denkpistes kunnen heropgepikt worden. De tijd speelt ook niet langer in het voordeel van de franstaligen, want de polarisatie en divergentie en kloof tussen noord en zuid dreigt nog groter te worden.
Daarmee komen we terug op de eigenlijke kwestie van in het begin: is dit een eenmalige overwinningsstunt van N-VA, of wordt zij een nieuwe brede vlaamse volkspartij?
De kans op het laatste is reëel. Bij N-VA zijn wijze heren (vooral heren)met politieke ervaring, professioneel ervaren vlamingen die advies geven, jonge enthoesiaste mensen die iets met Vlaanderen hebben. En op N-VA stemmen oude vlamingen die zich onrechtvaardige of overdreven repressie herinneren, babyboomers die vrezen voor hun pensioen, 50-ers die post-Leuven Vlaams studeerden (en nooit een netwerk over de taalgrens opbouwden), 40-ers die veel belasting betalen, 30-ers en jonger die meer op engels dan op frans gericht zijn. Veel van hen zijn hoogopgeleid, en stemden vroeger uit noodzaak op andere partijen. Nu speelt zij de 1ste viool aan Vlaamse kant, wint nog in de polls en breit haar werking stelselmatig uit. Er wordt hard en efficiënt getimmerd aan de weg. Dat er af en toe problemen zijn met nieuwe of jonge partijleden, zijn groeipijnen en is niet abnormaal. N-VA ziet het belang in van rechtlijnigheid in het programma en in de waarden die zij voorstaat, maar is ongetwijfeld capabel om een compromis te sluiten waarin een redelijk deel van haar programma is opgenomen. Om al die redenen is N-VA geenzins te vergelijken met buitenlandse partijen als Front National in Frankrijk, FPÖ in Oostenrijk, PVV in Nederland, zelfs niet met Vlaams Belang -- op het einddoel van Vlaamse onafhankelijkheid na dan.
Dit allemaal tot schrik van de franstalige partijen, CD&V en anderen. De stroming die zij nu vertegenwoordigen, is groot geworden in Vlaanderen. Andere vlaamse partijen zullen proberen dat succes nu te emuleren, CD&V op kop (hun een heel andere houding voor de verkiezingen leverde juist die zware pandoering op). Ook Open VLD en LDD profileerden zich al in die richting.
Maar de N-VA heeft een stevige voorsprong, en het peloton van andere partijen ver zit in de achtervolging. Een nieuwe gevestigde orde in Vlaanderen lijkt geboren.
(foto: viw-costablanca.com)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Zoeken in deze blog